Open brief omtrent coeliakie of andere voedingsintoleranties

Samen aan tafel voor gezinnen met coeliakie en andere voedingsintoleranties.

Hove, 1 september 2025

Beste beleidsmakers, horecaondernemers, producenten, collega-diëtisten en medeburgers, Ik schrijf deze brief als diëtiste en als mama van twee jongens met coeliakie. Dagelijks zie ik hoe groot de impact van deze auto-immuunziekte is op ons gezinsleven. Voor mijn kinderen is glutenvrij eten geen keuze, maar een medische noodzaak. Een kruimel tarwe tast hun darmen aan en maakt hen ziek.

Toch merk ik sinds hun diagnose in 2011 dat het in België nog vaak een zoektocht is om buitenshuis zorgeloos te eten. Terwijl ik in landen als Italië (hét glutenland bij uitstek!) of Spanje zie dat het wél kan. Daar schuiven gezinnen met coeliakie gewoon mee aan tafel: glutenvrije pizza, pasta of een dessert zijn er vanzelfsprekend. Niemand kijkt vreemd op. Mijn kinderen voelen zich daar niet “anders” en genieten ten volle van het uiteten gaan.

Coeliakie treft ongeveer 1 op 100 mensen. In België gaat het dus om tienduizenden patiënten, ook al heeft niet iedereen een diagnose. Maar ook voor andere intoleranties – zoals tarwe, lactose of melk – is het vaak zoeken naar veilige, toegankelijke alternatieven. De uitdaging om te kunnen mee-eten is breder dan alleen coeliakie, en net zoals bij gluten zien we dat andere landen ons tonen dat het beter kan.

Sinds 2012 krijgen patiënten met coeliakie een tegemoetkoming van 38 euro per maand voor glutenvrije voeding. Dat bedrag is sindsdien niet aangepast, terwijl de prijzen aanzienlijk gestegen zijn. Een glutenvrij boerengrof van 820 g bij onze favoriete glutenvrije bakker kost 11,50 euro. In de supermarkt betaal ik 4,49 euro voor een glutenvrij meergranenbrood van 400 g. Voor gezinnen met meerdere patiënten loopt de meerkost dus snel op, terwijl dit geen luxeproducten zijn, maar basisvoeding. Voor mensen met andere intoleranties is er geen enkele tegemoetkoming, terwijl ook zij vaak hogere kosten dragen voor aangepaste producten zoals lactosevrije melk of plantaardige zuivel alternatieven.

De uitdagingen beperken zich niet tot de winkel. Ook in de horeca wordt veelvuldig tarwebloem verwerkt: brood, sauzen, soep, paneermeel, snacks… Het is een goedkoop ingrediënt, maar maakt het voor mensen met coeliakie bijna onmogelijk om spontaan buitenshuis te eten. Hetzelfde geldt voor melkproducten: ze worden zó vaak gebruikt in gerechten dat lactose-intolerante gasten vaak weinig keuze overhouden. De vaak gekregen opmerking dat glutenvrij brood of pasta niet wordt aangeschaft omdat het moet worden weggegooid, houdt geen steek, als je bedenkt hoeveel voedselverspilling elk restaurant of buffet met zich meebrengt. Het invriezen van glutenvrij brood biedt al meteen een eenvoudig antwoord hierop. Neem van mij aan dat een coeliakiepatiënt tot het team: “minst veeleisende cliënten” behoort. Dat hun brood wat brokkelt, nemen ze er met een glimlach bij.

Ook een eenvoudig alternatief kan al zoveel betekenen: geef als restaurant spontaan wat dipgroentjes met hummus of een potje olijfjes naast het standaard broodmandje. Voorzie naast koemelk voor de latté ook een plantaardige variant (en liefst zonder meerkost). Zo’n kleine ingreep maakt voor mensen die leven met de ene of andere voedingsintolerantie écht een wereld van verschil.

Dat het anders kan, bewijzen landen als Italië en Spanje. Daar schuiven gezinnen met coeliakie gewoon mee aan tafel: glutenvrije pizza, pasta, of dessertje (anders dan ijs of fruitsla) zijn er vanzelfsprekend. In restaurants en pizzeria’s wordt standaard rekening gehouden met glutenvrije opties, zonder dat iemand er raar van opkijkt. Niemand voelt zich “anders”, en ieder kan volwaardig meegenieten. Mijn kinderen ervaren daar de vreugde van uit eten gaan zonder beperkingen, iets wat in België veel minder vanzelfsprekend is.

Mijn gezin eet daarnaast grotendeels plantaardig – een persoonlijke keuze voor onze gezondheid, die van onze planeet en dierenwelzijn. Het mag niet onmogelijk zijn om deze bewuste keuze te combineren met een strikt glutenvrij dieet. Inclusie betekent ook dit mogelijk maken.

Ik geloof dat de oplossing ligt in samenwerking. De patiënt en zijn gezin die aangeven wat nodig is, de kok en de horecaondernemer die meedenken over haalbare alternatieven, de diëtist die met kennis en praktische tips de vertaalslag maakt naar de dagelijkse realiteit, de producent die investeert in kwaliteitsvolle en betaalbare producten, en de beleidsmaker die randvoorwaarden creëert zoals een aangepaste tegemoetkoming. Samen maken we mee-eten de norm, niet de uitzondering.

Daarom mijn oproep: herbekijk de tegemoetkoming van 38 euro per maand, zodat ze beter aansluit bij de reële meerkost van glutenvrije voeding. Stimuleer horeca en retail om volwaardige glutenvrije en andere toegankelijke alternatieven aan te bieden. Niet als uitzondering, maar als deel van het gewone aanbod. Maak het vanzelfsprekend dat ook gezinnen met gluten- en andere voedingsintoleranties zorgeloos aan tafel kunnen schuiven.

Coeliakie is een onzichtbare ziekte, maar met zichtbare gevolgen wanneer je geen glutenvrije voeding als medicijn toedient. Toch hoeven gezinnen die hiermee leven niet “anders” behandeld te worden. Hetzelfde geldt voor andere intoleranties: een kleine inspanning zorgt voor groot verschil in inclusie en genot aan tafel.

Ik kijk uit naar een België waar glutenvrij, lactosevrij en tarwevrij eten betaalbaar, toegankelijk en gewoon wordt. Waar mijn kinderen niet hoeven te vragen of er “iets” voor hen is, maar spontaan mee kunnen kiezen. Waar patiënt, kok, diëtist, producent, horeca en beleidsmaker sámen zorgen voor een warm en welkom plekje aan tafel.

Vicky De Beule - Diëtiste, auteur en mama van twee jongens met coeliakie

Cookies laten u deze website vlot gebruiken. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Meer informatie